Drivers news

Ronald Bezuur komt sterker terug

15:39 03-07-2019

Niet alle coureurs beginnen op jonge leeftijd met racen. Veel jonge ondernemers hebben het dan gewoon te druk met werk en gezin, zoals de nu 40-jarige Ronald Bezuur. Na het succesvol opbouwen van zijn IT-bedrijf, wat veel tijd opslokte, werd vorig jaar de langgekoesterde droom werkelijkheid. Maar halverwege het seizoen spatte de zeepbel ruw uiteen.

In november 2017 was het dan eindelijk zover. “Een collega van me kende Marcel Dekker en zo zijn we samen de opleiding bij hem gaan doen. Het was die dag ijskoud en het begon met glibberen en glijden wat wel weer goed was voor de skills. Ik reed met een open auto en had geen handschoenen aan, m’n vingers waren helemaal blauw. Maar dat maakte me helemaal niets uit, de licentie zat in de pocket.”

Om de licentie daadwerkelijk te verzilveren met het rijden van races werd begin 2018 een stoeltje gehuurd bij Dekker Racing in de DNRT Mazda MX-5 Cup. “Het was voor mij vooral veel oefenen om de wagen goed onder controle te krijgen. Daarnaast kende ik, behalve Zandvoort, de circuits waar we reden niet en moest daar dus eerst de tijd aan besteden. Hierdoor was ik niet constant genoeg en kon net meekomen in de middenmoot.”

Het seizoen kwam tijdens het DNRT weekend abrupt ten einde door een heftig ongeval. “Tijdens de vrije training ging ik hard de muur in en brak ik mijn rug. Achteraf bleek dat ik de gordels niet strak genoeg had aangetrokken, waardoor ik onderuit gleed in mijn stoel. Na twee nachten in het ziekenhuis van Verviers was ik even voor een maandje of drie uit de running.”

Hierna begon het toch weer te kriebelen en werden zachtjes nieuwe plannen gesmeed, ondanks dat zijn echtgenote er wat bedenkingen bij had. “We hebben er uitgebreid over gesproken en zij begrijpt wel waarom ik toch weer wilde gaan racen. De adrenaline die er vrij komt is echt een geweldig gevoel en dat miste ik. Daarnaast is het gevecht aan gaan met jezelf zo ontzettend mooi, want je kunt wanneer de wagen goed is alleen maar jezelf de schuld geven.”

Na de nodige informatie te hebben ingewonnen viel de keuze om seizoen 2019 in te gaan in de Ford Fiesta Sprint Cup. “Al snel merkte ik voor mezelf dat ik een voorwiel aangedreven auto op dit moment lekkerder vind rijden dan een achterwiel aangedreven. Het is allemaal wat makkelijker, al is het best wel lastig om de auto goed te laten rollen in de bochten. In de manier van aanremmen bijvoorbeeld valt nog wel wat te halen.”

Om zich zo goed mogelijk voor te bereiden was Bezuur afgelopen voorjaar met de Fiesta op met name Zandvoort te vinden en zat Marcel Dekker regelmatig in de bijrijderstoel. “Ik heb ook twee keer Michel Schaap naast me gehad,”zegt Ronald hierover. “Die mannen hebben zoveel ervaring dat ze je precies kunnen uitleggen waar de verbeterpunten liggen. Zo heb ik geleerd later en harder te remmen tot in de bocht om zo meer snelheid mee te nemen bij het uitkomen. In theorie weet je wel hoe het moet, maar in de praktijk doen is een heel ander verhaal. Je moet met de Fiesta heel netjes rijden, heel anders dan met de MX-5. Maar gelukkig leer ik snel en heb ik nu het gevoel meer controle over de auto te hebben.”

Door zijn goede ervaring met Dekker Racing heeft Ronald Bezuur zijn Fiesta gestald bij het team met de groen-witte wagens die het onderhoud volledig voor hun rekening nemen. “Ze weten echt hoe ze een auto moeten afstellen en kunnen je goed aan de hand van de data uitleggen wat er allemaal onderweg gebeurt met de auto, maar ook met mezelf.”

Het tweede evenement voor de Fiesta Sprint Cup vond plaats op Spa-Francorchamps en werd voor Ronald het eerste bezoek aan het circuit waar hij een jaar geleden zo enorm hard crashte. “De eerste drie ronden waren best wel spannend toen ik langs het punt kwam waar ik er af ging, maar daarna was het weg. Ik kreeg ‘s morgens appjes van familie en kennissen die me succes wensten en dan gaat dat onbewust toch een beetje tussen je oren zitten. Over zijn kansen in 2019 is Bezuur realistisch: “Helaas zitten we in mijn divisie maar met vijf rijders en dan moet je het daarin opnemen tegen bijvoorbeeld Liroy Stuart en Paul Sieljes, die veel meer ervaring hebben dan ik. Tegen hun moet ik het op dit moment nog afleggen, maar ik ga proberen de afstand zo klein mogelijk te maken. Of meer dan dat, want ik wil dit jaar zeker op het podium staan.”